Rechtsbijstandverzekering duurder?

Vrije advocaatkeuze bij rechtsbijstandverzekeringen:

Goed betaalbare juridische hulp komt in het gedrang als gevolg van een uitspraak van het Europese hof van Justitie. Het hof heeft bepaald dat een verzekerde van een rechtsbijstandverzekering altijd zelf zijn advocaat mag kiezen als er een procedure voor de rechter gevoerd moet worden. Voor veel Nederlanders is een rechtsbijstandverzekering een laagdrempelige en goed betaalbare oplossing voor juridische bijstand.  Door deze uitspraak van het EU-hof moeten rechtsbijstandsverzekeraars mogelijk veel vaker dan nu zaken uitbesteden aan (externe) advocaten. De kosten van rechtsbijstand zullen dan fors toenemen.

Juristen van rechtsbijstandverzekeraars voeren een groot deel van de rechtshulp in Nederland zelf uit maar soms moeten deze verzekeraars een externe advocaat inschakelen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan procedures waarbij een advocaat wettelijk verplicht is (bijvoorbeeld omdat het belang van de zaak hoger is dan 25.000 euro en de zaak daarom niet aan de kantonrechter kan worden voorgelegd), zeer specialistische zaken of bij een conflict waarin beide partijen bij dezelfde maatschappij verzekerd zijn. In de Nederlandse wet is geregeld in welke gevallen de verzekerde zelf zijn advocaat mag kiezen. Deze wet is gebaseerd op een Europese richtlijn uit 1987.

Over de uitleg van die wet, en daarmee van de Europese richtlijn, is een geschil ontstaan dat in 2012 bij de Hoge Raad terecht is gekomen. De Hoge Raad heeft vragen gesteld aan het EU-hof over de interpretatie van die richtlijn. Deze belangrijke kwestie handelt over de vraag wie bepaalt of er een advocaat moet worden ingeschakeld als er een (gerechtelijke of administratieve) procedure wordt gestart. Verzekeraars zijn van mening dat die keuze bij de rechtsbijstandverzekeraar ligt. De tegenpartij in het geschil – een verzekerde die de zaak tegen rechtsbijstandverzekeraar DAS heeft aangespannen – vindt dat de verzekerde altijd zelf moet kunnen bepalen of zijn zaak aan een advocaat van zijn keuze moet worden overgedragen zodra er sprake is van een gerechtelijke of administratieve procedure.

Door deze uitspraak bestaat bij de verzekeraars de vrees dat goed betaalbare juridische hulp in de knel komt. De verwachting is dat nu veel vaker zaken zullen worden uitbesteed aan externe advocaten wat hogere kosten met zich meebrengt dan de behandeling door de eigen juridische medewerkers van de rechtsbijstandverzekeraars. Het gevolg hiervan zal dan ook zijn dat de kosten voor verzekeraars hierdoor sterk zullen stijgen. Zeker nu de overheid ook nog fors verder bezuinigt op de gesubsidieerde rechtsbijstand, kan dit tot gevolg hebben dat de toegang tot het recht voor een grote groep Nederlanders sterk wordt verminderd.

Verzekeraars betreuren dan ook de uitspraak van het EU-hof. Een geschil op het werk, een te hoge woz-aanslag of een verkeerd geleverde keuken: iedereen heeft in zijn leven wel een keer juridische hulp nodig. Rechtsbijstandverzekeraars leveren deze hulp tegen een betaalbare prijs. Circa 3 miljoen huishoudens en 400.000 bedrijven hebben daarom een rechtsbijstandverzekering afgesloten. De verzekeraars behandelen jaarlijks ongeveer 400.000 zaken en zijn daarmee voor veel Nederlanders, voor wie dikwijls een advocaat te duur is, een belangrijke toegang tot het recht. Verzekeraars gaan aan de slag om de Nederlandse en Europese wetgever te overtuigen van het belang van een laagdrempelige toegang tot het recht. Of dit echter het gewenste effect zal hebben, zal de tijd ons leren.

Reacties

Laat je reactie achter